Concept? Uit ChatGPT.
Visuals? Uit Midjourney.
Deck? Op tijd, strak, overtuigend.
Maar wanneer hoorde je voor het laatst iemand zeggen: “Klopt dit wel? Wat missen we?”
Want dit is wat ik overal zie gebeuren:
De prompt is de nieuwe brainstorm.
De output het nieuwe idee.
En langzaam maar zeker verschuift het werk.
- Van denken naar promoten.
- Van kiezen naar klikken.
- Van creëren naar cureren.
AI helpt je sneller werken.
Maar zonder scherpte, zonder twijfel,
raak je kwijt wat je waardevol maakt.
Daarom moet je nú ingrijpen.
vóórdat je team alleen nog maar uitvoert.
En vergeten is hoe het voelt om écht iets te maken.
AI is niet het probleem.
Je relatie ermee wel.
In een wereld waar iedereen met dezelfde tools werkt, zit het verschil niet in technologie — maar in gebruik.
Niet wát je inzet, maar hoe je het inzet.
Rick Rubin werkt zonder scherm en mengpaneel.
Vaak liggend op een bank, met zijn ogen dicht.
Hij is beroemd om één ding: voelen wat werkt.
Hij liet Johnny Cash opnemen in een lege houten kerk.
Hij zette de Red Hot Chili Peppers in een verlaten landhuis. Alles om ruimte te maken voor intuïtie.
Rick zegt:
“Ik weet niet waarom iets werkt. Ik weet alleen of ik kippenvel krijg of niet.”
Dat is precies wat je verliest als je blind vaart op AI.
- AI voelt niets.
- AI weet niets.
- AI gokt met, met overtuiging.
Ben Affleck verwoordde het treffend in een interview over creativiteit en AI:
“Craftsmanship is knowing how to work. Art is knowing when to stop.”
En dat is precies wat AI niet kan:
stoppen op het juiste moment.
Weten wanneer het goed is.
Wanneer je níét nog een versie maakt.
Dat vraagt om smaak.
Om gevoel.
Om keuzes durven maken — niet eindeloos variëren.
Jij bent het instrument.
En als jij niet meer voelt, wordt alles glad.
Generiek.
Vervangbaar.
Wat onderzoek laat zien
Een grootschalige studie van Carnegie Mellon en Microsoft (2025) laat iets verontrustends zien:
Hoe meer vertrouwen professionals hebben in AI, hoe minder kritisch ze zelf denken.
Niet omdat ze dom zijn. Niet omdat ze lui zijn.
Maar omdat het zó logisch klinkt. Zó vloeiend voelt.
En dat is gevaarlijk. Want daar sluipt het in.
Een stille erosie van het belangrijkste vermogen in een creatief team: scherpte.
Vraag jezelf af:
- Wanneer stelde iemand in je team voor het laatst de vraag: “Wat missen we hier?”
- Niet wat klopt maar wat ontbreekt?
Het probleem is niet slechte AI.
Het probleem is hoe makkelijk we stoppen met écht kijken. Met luisteren. Met voelen.
En daarmee zetten we — onbewust — het onderscheidend vermogen van ons team buitenspel.
Zo hou je het scherp,
zonder terug te keren naar pre-AI.
🧠 1. Herintroduceer twijfel als teamcultuur
Stel de vraag: Wat zou AI hier over het hoofd zien?
Laat je team actief zoeken naar blinde vlekken, bias en gemiste perspectieven.
💡 2. Gebruik AI pas ná menselijk denkwerk
Eerst denken, dan pas genereren.
Niet omdat mensen beter zijn — maar omdat mensen wéten wat ertoe doet.
⚡ 3. Laat modellen met elkaar botsen
Geef dezelfde prompt aan ChatGPT, Claude en Gemini.
De verschillen zijn vaak relevanter dan de overeenkomsten.
✍️ 4. Maak handwerk weer heilig
Kies één onderdeel per project dat je handmatig doet: een payoff schrijven, storyboard maken, eventtitel bedenken. Niet omdat het sneller is. Maar omdat het je scherpt.
Intuïtie is geen luxe.
Het is je voorsprong.
AI helpt je sneller. Maar snelheid zonder gevoel is ruis.
Durf ruimte te maken voor twijfel.
Voor trage vragen.
Voor dingen die schuren.
Voor kippenvel.
Want daar zit je echte waarde.
Je team draait.
Alles klopt.
En dat is precies het probleem.